Januari: De kop is eraf!

Brandnetelvulkaantje – Leptosphaeria acuta (foto: Erik van Dijk)

Van Huismus tot Zeearend, van Europese Haas tot Otter, Grote Brandnetel tot Bijenorchis ze zijn allemaal al gemeld in de eerste weken van het jaar. En het Brandnetelvulkaantje dat op de omslag staat.

Aantallen

In één kalenderjaar 5000 soorten zien in de Gelderse Poort. Geen bossen, geen steden, geen kust en geen pleistocene zandgrond. Een enorme uitdaging dus. In januari gingen we meteen hard van start. Op 1 januari waren de eerste 476 soorten al binnen! Bijna 10% van het doel. Acht dagen later op 9 januari werd de eerste mijlpaal van 1000 soorten bereikt, maar toen was het laaghangend fruit van de winter wel geoogst. In de resterende 21 dagen van januari werden nog 344 soorten toegevoegd tot een aantal van liefst 1344 soorten. Dit is 27% van het streven van 5000 soorten. 

Dit artikel is een tussenstand. Waarnemers hebben enerzijds nog talloze foto’s met mogelijk nieuwe soorten en anderzijds zijn onvermijdelijk niet alle determinaties juist. Kortom de aantallen voor januari gaan de komende tijd nog een beetje schuiven, zowel omhoog als omlaag.

Nieuwe soorten voor de Gelderse Poort

In totaal werden 123 nieuwe soorten voor de Gelderse Poort gemeld in januari.  Een vleermuizentelling in een winterverblijf in de Groenlanden leverde eerste gemelde Franjestaart op. Jochem Kühnen vond een bladluis, Aulacorthum palustre bij het Wylerbergermeer. Deze soort werd nog nooit in Waarneming.nl gemeld.

Een drukbezochte (korst)mossenexcursie met de BLWG leverde tal van nieuwe korstmossoorten op met bijzondere namen als Vierde Cementkorst, Rommelig Olievlekje of Mosvreter. Daarnaast verschillende zeldzaamheden in opkomst door de opwarming van ons klimaat als Rood Schorsvlekje, Lipschaduwmos en Zonneklepjesmos. André Geelhoed vond bij Aerdt één exemplaar Purper Geweimos en Erik van Dijk vond een prachtige groeiplek van Wimpermos met 5 plukjes op een Es langs het Meertje. Beide korstmossen zijn overvloedig aanwezig in schone Alpenbossen, maar toch ook nog te vinden in de intensief gebruikte polders.  

Figuur 1 geeft de verdeling weer voor van de nieuwe soorten in de Gelderse Poort in januari. 

Figuur 1: Verdeling nieuwe soorten voor GP

Verdeling over soortgroepen

In januari is het winter en veel soortgroepen laten zich maar beperkt of helemaal niet zien. Dit zorgt ervoor dat de aandacht vooral uitgaat naar soortgroepen die in de winter ook goed te bekijken zijn. Dat in de winter veel naar mossen en korstmossen gekeken wordt is bekend, maar ook van veel plantensoorten zijn nog exemplaren te vinden.  Naast mossen en korstmossen is de winterperiode ook een goede periode voor het zoeken naar weekdieren en geleedpotigen. Figuur 2 geeft de verdeling weer voor wat gezien in januari.

Figuur 2 Verdeling waargenomen soorten

Op naar de 5000!

Om 5000 soorten te zien moeten we 75% van de ooit gemelde soorten zien in 2022. Figuur 3 laat zien welk deel van de soorten bij een soortgroep al gezien zijn. Vanzelfsprekend is dit percentage bij vlinders, sprinkhanen en libellen heel laag. Bij mossen en korstmossen en ook zoogdieren is echter al een groot deel van de buit binnen.  Tot medio maart zal de aandacht ongeveer hetzelfde blijven. Daarna als het voorjaar vaart krijgt, zal de focus snel verschuiven en zullen andere soortgroepen zich aandienen.

Figuur 3 Aandeel per soortgroep al gezien