Maart 2022 was op de laatste dag na een historisch zonnig en droge maand met meerdere dagen van tegen de 20 graden. Kortom het voorjaar werd naar voren getrokken en veel insecten lieten ze zich voor het eerst zien. En het venijn zat in de staart met wederom een dag kou en zelfs sneeuw.
Aantallen
Eind maart stond de teller op 2056. Dat is 41,3% van het doel van 5000 soorten in alleen de drie wintermaanden. Het einde van de winter bleek met het mooie weer bijna het voorjaar met dito aanwas van soorten.
Nieuwe soorten voor de Gelderse Poort
In totaal werden in maart 117 nieuwe soorten voor de Gelderse Poort gemeld. Het totaal voor het 5000-soortenjaar kwam daarmee op 304 nieuwe soorten. In maart werd de eerste nieuwe vogelsoort voor 2022 waargenomen, de Ringsnavelmeeuw. Geen enkele waarnemer was de gelukkige; de gezenderde vogel werd elektronisch waargenomen op de meeuwenslaapplaats bij de Bijland.
De meeste nieuwe soorten bevinden zich in het obscure gezelschap van minder opvallende beestjes als Gelis mangeri, Stenus juno of Tanytarsis usmaensis. Soorten waarvoor nog geen klinkende naam in Nederlands bedacht is. Ook de mooie bladwesp Sciapteryx costalis, die door André Geelhoed werd ontdekt bij het Erfkamerlingschap, was de eerste voor de Gelderse Poort en één van de weinige waarnemingen in Nederland. “Viergeelvlekbladwesp” zou een logische naam zijn.
En wederom waren mossen, korstmossen en korstmosparasieten sterk vertegenwoordigd dankzij BLWG-excursies. Zachte Kalkstippelkorst, Parasietschriftmos en Geschubd Dambordje werden bovenop het Fort van Pannerden gevonden. Voor Zachte Kalkstippelstippelkorst is dit pas de 8ste vindplek in Nederland.
Ook leuk was de verwachte ontdekking van het Zandbijwaaiertje een parasiet op Andrena-bijen. Nieuw voor de Gelderse Poort was het Zandbijwaaiertje op Grasbij bij een gazon in het dorp Ooij (zie omslagfoto). De Grasbij wordt reeds als larve geparasiteerd en de parasiet blijft bij zijn gastheer tijdens het verpoppen en daarna bij het imago tot het Zandbijwaaiertje uitvliegt. (http://www.natuurlexicon.be/zandbijwaaiertje.html)
Figuur 1 geeft de verdeling van nieuwe soorten over de soortgroepen weer tot en met maart 2022.
Verdeling over soortgroepen
Figuur 2 laat zien dat de verdeling over de soortgroepen nog sterk door de winter gekleurd is, maar de aantallen bij insecten en ook planten beginnen toe te nemen. Het zal echter nog wel even duren voor kevers en nachtvlinders de (korst)mossen inhalen. De paddenstoelen zullen gedurende het jaar een diesel zijn met een lange aanloop en pas in het najaar pieken wanneer de andere soortgroepen reeds verwelken of doodgaan. Toch zullen zodra het blad ontluikt al wel allerlei roesten en branden ontdekt kunnen worden.
Op naar de 5000!
Om 5000 soorten te halen, moeten we 75% van de ooit gemelde soorten zien in 2022. Onderstaande grafiek toont welk deel van de soorten bij een soortgroep al waargenomen zijn. Vanzelfsprekend is dit percentage bij vlinders, sprinkhanen en libellen nog heel laag. Bij mossen, korstmossen, weekdieren en ook zoogdieren is echter al een groot deel van de buit binnen, maar sinds maart zijn de soortrijke soortgroepen van de insecten bezig met een inhaalslag.
Figuur 3 geeft weer welk deel van de soorten per soortgroep al gezien is of nog niet gezien is.
Figuur 4 geeft weer welk aantal soorten per soortgroep al gezien is of nog niet gezien is.
Dit artikel is een tussenstand. Waarnemers hebben enerzijds nog talloze foto’s met mogelijk nieuwe soorten en anderzijds zijn onvermijdelijk niet alle determinaties juist. Kortom de aantallen voor maart gaan de komende tijd nog een beetje schuiven. Zowel omhoog als omlaag. Daarnaast kloppen de tellers bij waarneming.nl niet exact en ontstaan daardoor kleine verschillen.