Mei: Nog maar 1500 soorten te gaan

Figuur 1. Gaffelwaterjuffer – Coenagrion scitilum (foto: Peter Hoppenbrouwers)

Mei 2022 had een warme start en koele staart, was zonnig en redelijk nat.

Aantallen

Eind mei stond de teller op 3498 soorten. Dat is 70% van het doel van 5000 soorten en een toename van ruim 17,3% in een maand tijd. 

Nieuwe soorten voor de Gelderse Poort

In totaal werden in mei 137 nieuwe soorten voor de Gelderse Poort gemeld. De echte topper was een heuse populatie van de Duinsabelsprinkhaan (Platycleis albopunctata). In Nederland komt deze sprinkhaan alleen in de duinen voor en op de Kunderberg in Zuid-Limburg. Daarbuiten zijn geen waarnemingen behalve een claim met vage foto’s van dezelfde plek in de Gelderse Poort in 2007. Wat blijkt: in dit gesloten gebied is de soort de afgelopen 15 jaar waarschijnlijk gewoon aanwezig geweest. Na de eerste vondst van een nimf door Erik van Dijk op 21 mei, vond Peter Hoppenbrouwers enkele dagen later in een mum van tijd wel 30 nimfen. Ook erg leuk waren de eerste vondsten van de reeds verwachte Gaffelwaterjuffer (Coenagrion scitulum). Ondanks zijn kleine formaat rukt deze waterjuffer snel naar het noorden op. Na een eerste zwerver in Nederland in 2003 bij Tegelen, kreeg hij vaste voet aan de grond en trekt elk jaar een beetje verder noordwaarts. Een echte klimaatganger dus. Andere klimaatgangers die voor het eerst ontdekt werden in de GP, zijn het Mosbloempje (Crassula tillaea) door Remco Wester bij Meinerswijk en de Bonte dennenschildwants (Holcogaster fibulata) door Gerard Beersma in de Millingerwaard. Ook allebei soorten die van zeer zeldzaam of zelfs niet voorkomend naar steeds algemener verschuiven.

Het totaal aantal nieuwe soorten voor het 5000-soortenjaar kwam daarmee eind mei op 527.

Figuur 2 geeft de verdeling van nieuwe soorten over de soortgroepen weer tot en met mei 2022. De insecten drukken steeds zwaarder hun stempel op het aantal nieuwe soorten.

Figuur 2 Verdeling nieuwe soorten over soortgroepen

Verdeling over soortgroepen

Figuur 3 laat zien dat de soortgroepen die het meest gaan bijdragen aan de 5000 soorten langzaam komen bovendrijven. Kevers, nachtvlinders en andere insecten nemen rap in aantal soorten toe. Alleen de piek van de meest soortrijke soortgroep, de paddenstoelen, laat nog op zich wachten tot de herfst. Je hebt weliswaar ook paddenstoelen die specifiek in het voorjaar te zien zijn, maar deze soorten zullen het niet makkelijk gehad hebben dit droge voorjaar. 

Figuur 3 Verdeling soorten 2022 over soortgroepen

Op naar de 5000!

Om 5000 soorten te halen, moeten we 69% van de ooit gemelde soorten vinden in 2022. Onderstaande grafiek toont welk deel van de soorten bij een soortgroep al waargenomen zijn. Inmiddels zijn van de zoogdieren, weekdieren, mossen, korstmossen, reptielen en amfibieën meer dan 69% van de ooit gemelde soorten gezien in 2022. Op 2/3 van de lente worden de verschillen in dekking voor de verschillende soortgroepen kleiner. Zoals verwacht zullen de paddenstoelen pas pieken in de herfst en blijft deze dekking nu nog achter.  

Figuur 4 Verdeling soorten 2022 over soortgroepen relatief
Figuur 5 Verdeling soorten 2022 over soortgroepen absoluut

Dit artikel is een tussenstand. Waarnemers hebben enerzijds nog talloze foto’s met mogelijk nieuwe soorten en anderzijds zijn onvermijdelijk niet alle determinaties juist. Kortom de aantallen voor mei gaan de komende tijd nog een beetje schuiven. Zowel omhoog als omlaag. Daarnaast kloppen de tellers bij waarneming.nl niet exact doordat embargo-soorten uit sommige overzichten ontbreken en ontstaan daardoor kleine verschillen.