Foto van de week 22

Bieslook – Allium schoenoprasum (foto: Erik van Dijk)

Heel veel planten staan nu in bloei en er stromen dan ook heel veel foto’s van binnen op waarneming.nl. Het unieke van de Gelderse Poort is dat er met de rivieren zaden van ‘vreemde’ wilde planten mee worden gevoerd uit Duitsland of nog verder weg, of dat er ineens met het water meegevoerde tuinplanten opduiken. Deze week leverde dat bijvoorbeeld de tuinplant Roze deutzia (Deutzia scabra) op, groeiend en bloeiend op het Millingerduin (Twan Teunissen, 2 juni). Dezelfde plant is daar vorig jaar al aangetroffen, maar toen als onzekere waarneming ingevoerd in Waarneming.nl. Verder dook de uit Zuidoost-Europa afkomstige Hongaarse wikke (Vicia pannonica) op in de uiterwaarden bij Westervoort (Wies, 30 mei) en Niels Eimers vond Rivierfonteinkruid (Potamogeton nodosus) in de Oude Rijn bij Herwen (31 mei). Deze laatstgenoemde plant staat weliswaar op de Nederlandse Rode lijst, maar komt eigenlijk van nature voor in Midden- en Zuid-Europa, en delen van Azië en Amerika.

Deze week ook weer leuke waarnemingen van bijzondere, andere soorten. Ik noem, volstrekt willekeurig, Witvleugelstern (Chlidonias leucopterus) in de Rijnstrangen, Grote modderkruiper (Misgurnus fossilis) in de Kleine Gelderse Waard, beide op 2 juni, en Knautiabij (Andrena hattorfiana) bij Lobith (28 mei en 2 juni). Remco Wester vond (ook op 2 juni) bij Meinerswijk twee Wolfsmelknetwantsen (Oncochila simplex). Het is voor Nederland een zeer zeldzame soort, maar bekend van IJssel, Rijn en Waal. Deze netwants heeft vooral Cipruswolfsmelk als waardplant. Dat brengt ons weer terug bij de planten.

De foto van de week is een foto van Erik van Dijk (29 mei) van een veld vol vrolijk bloeiende Bieslook (Allium schoenoprasum) in de Hondsbroekse Pleij (Westervoort). Dit kruid is in Nederland meestal een uit tuinen verwilderde soort, maar langs de rivieren is ze inheems, zij het zeldzaam. Het vrolijke karakter nodigt uit tot een wandeling langs de rivieren, niet? Wellicht een bestemming voor Pinksteren. Fijne dagen allemaal!

Klik op deze link om te zien hoeveel en welke waarnemingen er al zijn gedaan in het 5000-soortenjaar.
Klik op deze link voor een overzicht van alle foto’s van de week.

Foto van de week 21

Duinsabelsprinkhaan – Platycleis albopunctata (foto: Peter Hoppenbrouwers)

Een week vol spectaculaire vondsten, heel veel nieuwe waarnemingen en mooie foto’s. Allereerst vond Erik van Dijk op 21 mei een nimf Duinsabelsprinkhaan (Platycleis albopunctata) in de Ooijpolder. Zoals de naam al aangeeft, komt deze soort vooral voor in de duinen van West-Nederland en is deze superzeldzaam in het binnenland. Ooit, in 2007, werd deze sprinkhaan al eens aangetroffen in de Ooij, maar daarna niet meer. Peter Hoppenbrouwers ging op 25 mei nog eens kijken en trof er circa 30 nimfen aan (zie foto van de week). Mogelijk betreft dit een populatie die jarenlang over het hoofd is gezien. Dat is het mooie van het 5000-soortenjaar!
Dit is echter niet het enige vermeldenswaardige deze week. Peter Hoppenbrouwers vond op twee plekken Gaffelwaterjuffer (Coenagrion scitulum): in de Groenlanden en op de Vlietberg. Dat zijn de eerste waarnemingen van een libellensoort die al enkele jaren oprukt vanuit het zuiden en nu dus ook in de Gelderse Poort is beland. En bovendien vond hij een waarschijnlijke Luzernebehangersbij (Megachile rotundata). Wederom een zeer zeldzame soort. De eerste waarneming voor Nederland dateert van 2009 uit Groesbeek en de soort is daarna voor zover mij bekend niet meer in Gelderland gevonden.
En dan zijn er nog de vele soorten bladluizen die Jochem Kühnen vond bij het Wylerbergmeer. Daarvan zijn er meer dan tien nieuw voor de GP en een blijkt zelfs pas de tweede waarneming ooit op waarneming.nl te zijn: Subsaltusaphis picta.
Bovendien zijn er deze week veel prachtige en verrassende foto’s geplaatst van minder zeldzame beestjes, zoals die van een Wilgenwespvlinder door Jan Jansen (21 mei) en die van eieren van Grauwe schildwants door Wanda Floor. Duidelijk kandidaten voor de foto van de week, maar ja, dat kan er maar een zijn.
Klik op deze link om te zien hoeveel en welke waarnemingen er al zijn gedaan in het 5000-soortenjaar.
Klik op deze link voor een overzicht van alle foto’s van de week.

Foto van de week 20

Schijnwolfsmelkwespvlinder – Chamaesphecia empiformis (foto: Peter Hoppenbrouwers)

Deze week ligt de schijnwerper op de soort die ook het logo vormt van de sociale media pagina’s van het 5000-soortenjaar: de Schijnwolfsmelkwespvlinder (Chamaesphecia empiformis). Wat een naam hè? Dit is een zeer zeldzame, dagactieve nachtvlinder uit de familie van de wespvlinders (Sesiidae). De soort geldt als ernstig bedreigd. Er zijn slechts enkele waarnemingen van de soort bekend, allemaal uit het Millingerduin in de Gelderse Poort. Dat is ook waar Peter Hoppenbrouwers het beestje vond.
Deze wespvlinder geldt als zeer moeilijk te determineren volgens de Vlinderstichting, omdat er grote gelijkenis is met de nauw gerelateerde Wolfsmelkwespvlinder (C. tenthrediniformis). Sommige taxonomen betwijfelen zelfs of het wel om twee soorten gaat. De Wolfsmelkwespvlinder is vrij algemeen en komt voor langs de grote rivieren, vooral in Gelderland, dus is er grote overlap in voorkomen.
Wat maakt het dan tot een Wolfsmelkwespvlinder of een Schijnwolfsmelkwespvlinder? Het onderscheid zit hem in de waardplant. De plant dus waarop de vrouwtjes, zoals deze vrouw op de foto van de week, haar eieren afzet en de rupsen zullen opgroeien. De waardplant van de Wolfsmelkwespvlinder is Heksenmelk (Euphorbia esula), die van de Schijnwolfsmelkwespvlinder Cipreswolfsmelk (E. cyparissias).

Deze week zijn er een record aantal foto’s ingestuurd. Bij het ‘ter perse gaan’ van deze blog waren dat er 3356. Er zijn ook veel nieuwe soorten bijgekomen, waardoor nu al bijna 2/3 van het doel is bereikt. Prachtig, we gaan ijverig door. Klik op deze link om te zien hoeveel en welke waarnemingen er al zijn gedaan in het 5000-soortenjaar.
Klik op deze link voor een overzicht van alle foto’s van de week.

Foto van de week 19

Schaakbordlieveheersbeestje – Propylea quatuordecimpunctata (foto: Hans Hof)

In mei, zo begint een bekend gezegde, legt elk vogeltje een ei. Nou die voortplantingsdrang gaat ook op voor andere soortgroepen. Overal kun je nu parende beestjes aantreffen, zoals op deze foto van de week.
Hans Hof legde dit paartje Schaakbordlieveheersbeestjes (Propylea quatuordecimpunctata) vast in de Rijnstrangen. Grappig vind ik dat het tegengesteld gekleurde beestjes lijken. De een beige met zwarte hoekige vlekken (het vrouwtje) en de ander zwart met beige hoekige vlekken (het mannetje). Maar schijn bedriegt. Het dekschild van het mannetje is feitelijk ook beige, maar bij hem zijn in dit geval de zwarte vlekken groter en in elkaar overgevloeid.
Schaakbordlieveheersbeestje is een algemene keversoort. Je kunt ze op veel plekken tegenkomen, in de stad en in het veld, bijvoorbeeld op brandnetels en in de buurt van bladluizen, want dat is hun voedsel.

Het aantal gevonden soort in de Gelderse Poort gaat nu heel snel. De natuur is los, het weer is mooi, dus veel waarnemers trekken het veld in. Klik op deze link om te zien hoeveel en welke waarnemingen er al zijn gedaan in het 5000-soortenjaar.
Klik op deze link voor een overzicht van alle foto’s van de week.

Foto van de week 18

Asperge – Asparagus officinalis (foto: Twan Teunissen)

Het seizoen van het witte goud is weer aangebroken, en al zijn ze nog duur, ik heb ze al gegeten. Heerlijk. De aspergeplanten die nu in de Kaliwaal en de Millingerwaard boven de grond verschijnen, zijn de verwilderde variant van deze kostbare voorjaarsgroente. Asperge kent ook een wilde, inheemse soort. Deze Liggende asperge (Asparagus officinalis subsp. prostratus) houdt van los zand en komt voor in duingebieden in West-Nederland en de Waddeneilanden. Het rivierduin lijkt ook zo’n geschikte biotoop, maar de planten die in het binnenland worden aangetroffen, zijn waarschijnlijk toch allemaal verwilderde planten van de gecultiveerde asperge (Asparagus officinalis subsp. officinalis).
Deze week zijn er weer heel veel planten ingevoerd. Planten, die eerder al werden genoteerd in vegetatieve vorm of met bladontplooiing, worden nu steeds vaker in bloei gefotografeerd. Dat maakt ze toch een stuk aantrekkelijker. Zie bijvoorbeeld de foto van Veldhondstong (Cynoglossum officinale) van Cor de Vaan (3 mei).
Ook de nachtvlinders en micro verschijnen meer en meer op de radar van de waarnemers. De familie van Dijk (Erik en Arie) en Bart Beekers vonden onafhankelijk van elkaar op dezelfde avond (4 mei) bij het Kolenbrandersbos de zeldzame en bijzonder indrukwekkend getekende Gevlamde uil (Actinotia polyodon). Daarnaast noteerden zij gewonere soorten, soms met een bizar uiterlijk, zoals de Vuursteenvlinder (Habrosyne pyritoides), of met een leuke Nederlandse naam, zoals Haarbos (Ochropleura plecta).

Klik op deze link om te zien hoeveel en welke waarnemingen er al zijn gedaan in het 5000-soortenjaar.

Klik op deze link voor een overzicht van alle foto’s van de week.

Foto van de week 17

Europese otter – Lutra lutra (foto: Dennis Jansen)

Een geweldige oogst deze week. De extra vrije dag (Koningsdag) en zonnig weer heeft gezorgd voor ruim 1100 geplaatste foto’s. Heel veel prachtige foto’s ook. Kijk maar eens naar die van vogels als Rietzanger en Roerdomp, van zeldzame planten als Paardenbloemstreepzaad en Bleke hoornbloem, en van insecten met leuke, lange namen als Streepcitroenzweefvlieg en Pinksterbloemlangsprietmot.
Maar de klapper van de week is de waarneming van de Europese otter (Lutra lutra) in de Rijnstrangen door Dennis Jansen. Dat daar weer otters zitten, was al bekend. Daar zorgen de otters zelf wel voor door sprains achter te laten op opvallende plekken. Sprains zijn geursporen van uitwerpselen en ottergeil waarmee ze hun territorium markeren voor soortgenoten of om hun voortplantingsbereidheid te signaleren. Beelden van de dieren zijn in de regel beperkt tot nachtactiviteiten vastgelegd op cameravallen. Een ontmoeting overdag met deze mensenschuwe zoogdieren is echter zeer zeldzaam, laat staan dat je de tijd hebt om er een foto van te maken. Voor zover mij bekend, zijn deze unieke foto’s van de otter die Dennis Jansen maakte dan ook de eerste op Waarneming.nl voor de Gelderse Poort.

De otter is een van oorsprong inheemse marterachtige, maar was in de Gelderse Poort sinds de jaren zestig van de vorige eeuw uitgestorven o.a. door bejaging en watervervuiling. In 1988 gold dat voor heel Nederland. In 2002 is een eerste groep van zeven otters geherintroduceerd in De Weerribben en De Wieden in Overijssel. De nieuwe populatie doet het inmiddels zo goed dat de veelal solitair levende dieren die ieder een behoorlijk territorium innemen, zich aan het verspreiden zijn over Nederland. Daarbij vallen herhaaldelijk verkeersslachtoffers, maar de kolonisatie van nieuwe gebieden lukt. Sinds 2014 komen ze ook weer voor in de Gelderse Poort. Om inteelt te voorkomen zijn er daar in hetzelfde jaar vier otters uit een andere genetische pool uit Duitsland bijgeplaatst. In 2017 registreerde een cameraval dat er een jonge otter was geboren. Ze lijken dus goed te gedijen in de regio. Wie weet volgen er meer ontmoetingen.

En tot slot. Binnen vier maanden (april is nog net niet voorbij) zitten we over de helft! Er zijn al ruim 2500 soorten gezien in het 5000-soortenjaar. Klik op deze link om te zien welke waarnemingen dat zijn.
Klik op deze link voor een overzicht van alle foto’s van de week

Foto van de week 16

Dwerggors – Emberiza pusilla (foto: Paul Pijnenburg)

Een unieke vondst vastgelegd op een mooie foto. Paul Pijnenburg maakte dit portret deze week van een zeldzame Dwerggors (Emberiza pusilla) in de Gendtse polder.
Waarnemingen van de Dwerggors werden tot 2004 als superzeldzame dwaalgast beoordeeld door de Commissie Dwaalgasten Nederlandse Avifauna (CDNA). In deze eeuw zijn de waarnemingen toegenomen en wordt de soort jaarlijks wel gezien, maar vrijwel alleen aan de kust, en meestal in het najaar. In het binnenland wordt hij vrijwel nooit gezien. Voor de Gelderse Poort is het de tweede waarneming ooit. De eerste was in het najaar van 2012 toen een jong individu werd gevangen op de ringlocatie in de Ooyse Graaf. Dat maakt deze vondst van Paul Pijnenburg in de Gentse polder in het vrije veld en in het voorjaar zeer uniek.
Volgens zijn eigen informatie op waarneming.nl had hij niet direct door hoe bijzonder de waarneming is, maar werd hij er door Arjan Dwarshuis op gewezen dat het niet een ‘gewone’ Rietgors was, maar een Dwerggors. Dat je daar niet meteen aan denkt, daar kan ik helemaal inkomen en je vraagt je direct af of dat niet vaker gebeurt. Deze week bijvoorbeeld vond Erik van Dijk een zeer zeldzame Brede dovenetel (Lamium confertum) in de Ooijpolder. Ook dit is een unieke vondst. De eerste ooit voor de Gelderse Poort, maar ook hier is de vraag of deze niet gemakkelijk over het hoofd wordt gezien, vanwege de gelijkenis met andere veel voorkomende dovenetels. In het 5000-soortenjaar wordt extra goed opgelet, en zo blijkt: met succes.

Klik op deze link om te zien hoeveel en welke waarnemingen er al zijn gedaan in het 5000-soortenjaar.

Klik op deze link voor een overzicht van alle foto’s van de week.

Foto van de week 15

Meidoorndwergbladroller – Pammene agnotana (foto: André Geelhoed)

Zo weinig foto’s er vorige week waren, zoveel zijn er deze week geplaatst. Het is duidelijk beter weer geworden. Er zijn bijvoorbeeld veel mooie foto’s bij van vogels die weer teruggekeerd zijn voor het broedseizoen in Nederland of elders in Noord-Europa. We zien onder andere Rietzanger, Cetti’s zanger, Visarend, Beflijster, Zwarte wouw en Grasmus. De Blauwborst is al langer hier en uit volle borst aan het zingen, dat levert ook deze week mooie plaatjes op. Ook de reptielen en amfibieën laten zich niet onbetuigd. Sterker nog er zijn enkele voor de Gelderse Poort bijzondere soorten verschenen: Muurhagedis, Ringslang en Boomkikker. Verder zien we veel foto’s van insecten, waaronder mooie kevers, bijen en nachtvlinders.
De foto van de week is wederom een bijzondere vondst van André Geelhoed. Hij fotografeerde in de Eendenpoelse Buitenpolder (bij Aerdt) een Meidoorndwergbladroller (Pammene agnotana). Dat is een zeer zeldzame microvlinder en het is de eerste waarneming ooit voor de Gelderse Poort. Dit familielid van de bladrollers is te vinden in oude meidoornstruwelen, maar is in Nederland slechts bekend van een paar vindplaatsen, zoals in de duinen van Meijendel en het Noordhollands duinreservaat, in Limburg en Drenthe, en – tot André hem vond – van twee andere plekken in Gelderland (Putten en Epe). De informatie op de website www.microlepidoptera.nl leert ons dat de vlinder weliswaar tot de bladrollers (Tortricidae) wordt gerekend, maar niet expliciet leeft als een bladroller. Op de vraag hoe dan wel, moet ik het antwoord schuldig blijven.
Het jaar is drie-en-een-halve maand onderweg en er zijn al aardig wat nieuwe soorten gevonden. Dat belooft wat voor de rest van het jaar. Heel goed kijken en zoeken levert echt wel wat op. Dus mijn advies is om dit Paasweekend geen eieren in de tuin te gaan zoeken, maar leuke beestjes en planten in de Gelderse Poort. Prettige Paasdagen!

Klik op deze link om te zien hoeveel en welke waarnemingen er al zijn gedaan in het 5000-soortenjaar.
Klik op deze link voor een overzicht van alle foto’s van de week.

Foto van de week 14

Grote Zee-eend – Melanitta fusca (foto: André Geelhoed)

Het was erg slecht weer deze week. Zeer aannemelijk is dat de reden voor de weinige waarnemingen en het nog geringere aantal foto’s dat is gemaakt in de Gelderse Poort. Wel zijn er weer leuke waarnemingen gedaan, ook heel bijzondere, maar van sommige laat zekere determinatie nog op zich wachten (zoals van de roesten op planten die zijn gevonden door Erik van Dijk).
De foto van de week is zeker niet de beste foto, maar een bewijsplaatje van een bijzondere waarneming, namelijk van drie Grote Zee-eenden (Melanitta fusca) op de Bijlandplas. Of zoals de maker, André Geelhoed, zelf zegt: hij heeft ‘een paar vreselijke foto’s kunnen maken’.

Grote Zee-eenden leven veelal op zee, de naam geeft dat al aan. Het zijn doortrekkers of wintergasten in Nederland, maar broeden hier niet. Dat doen ze onder meer aan de Scandinavische kusten of op de Russische toendra. In Nederland worden de meeste vogels logischerwijs aan de kust gezien, maar een enkele keer duiken ze ook op langs de grote rivieren en op diepe plassen in het binnenland. Op zo’n plas heeft André deze drie eenden gevonden. Hoe bijzonder die vondst is, wordt duidelijk als we naar de waarnemingen van de afgelopen vijf jaar in de Gelderse Poort kijken. In 2021 zat er in februari een Grote Zee-eend op dezelfde plas, in 2018 ook een, en in 2017 werden er daar maar liefst vijf samen gezien. De enige andere plek in de Gelderse Poort waar de soort in deze periode werd waargenomen, was op de Bisonbaai (een individu in 2018).

Klik op deze link om te zien hoeveel en welke waarnemingen er al zijn gedaan in het 5000-soortenjaar.

Klik op deze link voor een overzicht van alle foto’s van de week.

Foto van de week 13

Kneu – Linaria cannabina (foto: Maurice Riekert)

Op de laatste dag van maart, na ongewoon warme lentedagen, belandden we weer midden in de winter. Maart roert zijn staart! Deze foto van een groep opvliegende Kneuen (Linaria cannabina) in een sneeuwbui illustreert dit prachtig.
Dit familielid van de Vink (Fringillidae) is een in Europa wijdverspreide vogel, die het hele jaar in Nederland te vinden is. Dat zijn niet steeds dezelfde dieren, het zijn deels overwinteraars en deels (door)trekkers. In de lente en zomer, in de broedtijd, zijn de aantallen het grootst. De soort eet alleen zaden van kruiden, zoals vogelmuur, varkensgras, paardenbloem, distel en kaardenbol. Daarnaast eet hij ook zaden van cultuurgewassen zoals koolzaad, mosterdzaad en lijnzaad.
Kneu staat op de Rode lijst van Nederlandse broedvogels. De soort is enorm afgenomen sinds de jaren 70 van de vorige eeuw en de populatie is nu nog maar een kwart van die in de jaren 60. De afname is het grootst in agrarisch cultuurlandschap. Volgens Vogelbescherming Nederland is de oorzaak vooral gelegen in voedselgebrek als gevolg van het gebruik van bestrijdingsmiddelen in de landbouw, veranderende gewasteelt en minder variatie daarin (denk aan de monocultuur van snijmaïs) en het verdwijnen van kruidenrijke bermen en akkerranden. Bovendien verminderde met het verdwijnen van dichte hagen nestplaatsen om te broeden. Mogelijk spelen ook voedseltekorten in de overwinteringsgebieden een rol in de achteruitgang van de soort.

Dit jaar zijn tot en met 31 maart een kleine 17.500 foto’s geplaatst bij waarnemingen in de Gelderse Poort. De ervaring leert dat de meeste waarnemingen worden gedaan in het weekend. Door de week is het aantal per dag veel minder, dat geldt ook voor de geplaatste foto’s, maar door het winterse weer op donderdag 31 maart werden er dat er wel heel erg weinig. Twee om precies te zijn. De foto van de vlucht Kneuen van Maurice Riekert is een van die twee.

Klik op deze link om te zien hoeveel en welke waarnemingen er al zijn gedaan in het 5000-soortenjaar.

Klik op deze link voor een overzicht van alle foto’s van de week.