Foto van de week 16

Dwerggors – Emberiza pusilla (foto: Paul Pijnenburg)

Een unieke vondst vastgelegd op een mooie foto. Paul Pijnenburg maakte dit portret deze week van een zeldzame Dwerggors (Emberiza pusilla) in de Gendtse polder.
Waarnemingen van de Dwerggors werden tot 2004 als superzeldzame dwaalgast beoordeeld door de Commissie Dwaalgasten Nederlandse Avifauna (CDNA). In deze eeuw zijn de waarnemingen toegenomen en wordt de soort jaarlijks wel gezien, maar vrijwel alleen aan de kust, en meestal in het najaar. In het binnenland wordt hij vrijwel nooit gezien. Voor de Gelderse Poort is het de tweede waarneming ooit. De eerste was in het najaar van 2012 toen een jong individu werd gevangen op de ringlocatie in de Ooyse Graaf. Dat maakt deze vondst van Paul Pijnenburg in de Gentse polder in het vrije veld en in het voorjaar zeer uniek.
Volgens zijn eigen informatie op waarneming.nl had hij niet direct door hoe bijzonder de waarneming is, maar werd hij er door Arjan Dwarshuis op gewezen dat het niet een ‘gewone’ Rietgors was, maar een Dwerggors. Dat je daar niet meteen aan denkt, daar kan ik helemaal inkomen en je vraagt je direct af of dat niet vaker gebeurt. Deze week bijvoorbeeld vond Erik van Dijk een zeer zeldzame Brede dovenetel (Lamium confertum) in de Ooijpolder. Ook dit is een unieke vondst. De eerste ooit voor de Gelderse Poort, maar ook hier is de vraag of deze niet gemakkelijk over het hoofd wordt gezien, vanwege de gelijkenis met andere veel voorkomende dovenetels. In het 5000-soortenjaar wordt extra goed opgelet, en zo blijkt: met succes.

Klik op deze link om te zien hoeveel en welke waarnemingen er al zijn gedaan in het 5000-soortenjaar.

Klik op deze link voor een overzicht van alle foto’s van de week.

Foto van de week 15

Meidoorndwergbladroller – Pammene agnotana (foto: André Geelhoed)

Zo weinig foto’s er vorige week waren, zoveel zijn er deze week geplaatst. Het is duidelijk beter weer geworden. Er zijn bijvoorbeeld veel mooie foto’s bij van vogels die weer teruggekeerd zijn voor het broedseizoen in Nederland of elders in Noord-Europa. We zien onder andere Rietzanger, Cetti’s zanger, Visarend, Beflijster, Zwarte wouw en Grasmus. De Blauwborst is al langer hier en uit volle borst aan het zingen, dat levert ook deze week mooie plaatjes op. Ook de reptielen en amfibieën laten zich niet onbetuigd. Sterker nog er zijn enkele voor de Gelderse Poort bijzondere soorten verschenen: Muurhagedis, Ringslang en Boomkikker. Verder zien we veel foto’s van insecten, waaronder mooie kevers, bijen en nachtvlinders.
De foto van de week is wederom een bijzondere vondst van André Geelhoed. Hij fotografeerde in de Eendenpoelse Buitenpolder (bij Aerdt) een Meidoorndwergbladroller (Pammene agnotana). Dat is een zeer zeldzame microvlinder en het is de eerste waarneming ooit voor de Gelderse Poort. Dit familielid van de bladrollers is te vinden in oude meidoornstruwelen, maar is in Nederland slechts bekend van een paar vindplaatsen, zoals in de duinen van Meijendel en het Noordhollands duinreservaat, in Limburg en Drenthe, en – tot André hem vond – van twee andere plekken in Gelderland (Putten en Epe). De informatie op de website www.microlepidoptera.nl leert ons dat de vlinder weliswaar tot de bladrollers (Tortricidae) wordt gerekend, maar niet expliciet leeft als een bladroller. Op de vraag hoe dan wel, moet ik het antwoord schuldig blijven.
Het jaar is drie-en-een-halve maand onderweg en er zijn al aardig wat nieuwe soorten gevonden. Dat belooft wat voor de rest van het jaar. Heel goed kijken en zoeken levert echt wel wat op. Dus mijn advies is om dit Paasweekend geen eieren in de tuin te gaan zoeken, maar leuke beestjes en planten in de Gelderse Poort. Prettige Paasdagen!

Klik op deze link om te zien hoeveel en welke waarnemingen er al zijn gedaan in het 5000-soortenjaar.
Klik op deze link voor een overzicht van alle foto’s van de week.

Foto van de week 14

Grote Zee-eend – Melanitta fusca (foto: André Geelhoed)

Het was erg slecht weer deze week. Zeer aannemelijk is dat de reden voor de weinige waarnemingen en het nog geringere aantal foto’s dat is gemaakt in de Gelderse Poort. Wel zijn er weer leuke waarnemingen gedaan, ook heel bijzondere, maar van sommige laat zekere determinatie nog op zich wachten (zoals van de roesten op planten die zijn gevonden door Erik van Dijk).
De foto van de week is zeker niet de beste foto, maar een bewijsplaatje van een bijzondere waarneming, namelijk van drie Grote Zee-eenden (Melanitta fusca) op de Bijlandplas. Of zoals de maker, André Geelhoed, zelf zegt: hij heeft ‘een paar vreselijke foto’s kunnen maken’.

Grote Zee-eenden leven veelal op zee, de naam geeft dat al aan. Het zijn doortrekkers of wintergasten in Nederland, maar broeden hier niet. Dat doen ze onder meer aan de Scandinavische kusten of op de Russische toendra. In Nederland worden de meeste vogels logischerwijs aan de kust gezien, maar een enkele keer duiken ze ook op langs de grote rivieren en op diepe plassen in het binnenland. Op zo’n plas heeft André deze drie eenden gevonden. Hoe bijzonder die vondst is, wordt duidelijk als we naar de waarnemingen van de afgelopen vijf jaar in de Gelderse Poort kijken. In 2021 zat er in februari een Grote Zee-eend op dezelfde plas, in 2018 ook een, en in 2017 werden er daar maar liefst vijf samen gezien. De enige andere plek in de Gelderse Poort waar de soort in deze periode werd waargenomen, was op de Bisonbaai (een individu in 2018).

Klik op deze link om te zien hoeveel en welke waarnemingen er al zijn gedaan in het 5000-soortenjaar.

Klik op deze link voor een overzicht van alle foto’s van de week.

Maart: Voorjaar begonnen

Maart 2022 was op de laatste dag na een historisch zonnig en droge maand met meerdere dagen van tegen de 20 graden. Kortom het voorjaar werd naar voren getrokken en veel insecten lieten ze zich voor het eerst zien. En het venijn zat in de staart met wederom een dag kou en zelfs sneeuw.

Aantallen

Eind maart stond de teller op 2056. Dat is 41,3% van het doel van 5000 soorten in alleen de drie wintermaanden. Het einde van de winter bleek met het mooie weer bijna het voorjaar met dito aanwas van soorten.

Nieuwe soorten voor de Gelderse Poort

In totaal werden in maart 117 nieuwe soorten voor de Gelderse Poort gemeld. Het totaal voor het 5000-soortenjaar kwam daarmee op 304 nieuwe soorten. In maart werd de eerste nieuwe vogelsoort voor 2022 waargenomen, de Ringsnavelmeeuw. Geen enkele waarnemer was de gelukkige; de gezenderde vogel werd elektronisch waargenomen op de meeuwenslaapplaats bij de Bijland.  

De meeste nieuwe soorten bevinden zich in het obscure gezelschap van minder opvallende beestjes als Gelis mangeriStenus juno of Tanytarsis usmaensis. Soorten waarvoor nog geen klinkende naam in Nederlands bedacht is. Ook de mooie bladwesp Sciapteryx costalis, die door André Geelhoed werd ontdekt bij het Erfkamerlingschap, was de eerste voor de Gelderse Poort en één van de weinige waarnemingen in Nederland. “Viergeelvlekbladwesp” zou een logische naam zijn.

En wederom waren mossen, korstmossen en korstmosparasieten sterk vertegenwoordigd dankzij BLWG-excursies. Zachte Kalkstippelkorst, Parasietschriftmos en Geschubd Dambordje werden bovenop het Fort van Pannerden gevonden. Voor Zachte Kalkstippelstippelkorst is dit pas de 8ste vindplek in Nederland. 

Ook leuk was de verwachte ontdekking van het Zandbijwaaiertje een parasiet op Andrena-bijen. Nieuw voor de Gelderse Poort was het Zandbijwaaiertje op Grasbij bij een gazon in het dorp Ooij (zie omslagfoto). De Grasbij wordt reeds als larve geparasiteerd en de parasiet blijft bij zijn gastheer tijdens het verpoppen en daarna bij het imago tot het Zandbijwaaiertje uitvliegt. (http://www.natuurlexicon.be/zandbijwaaiertje.html)     

Figuur 1 geeft de verdeling van nieuwe soorten over de soortgroepen weer tot en met maart 2022.

Figuur 1 Verdeling nieuwe soorten over soortgroepen

Verdeling over soortgroepen

Figuur 2 laat zien dat de verdeling over de soortgroepen nog sterk door de winter gekleurd is, maar de aantallen bij insecten en ook planten beginnen toe te nemen. Het zal echter nog wel even duren voor kevers en nachtvlinders de (korst)mossen inhalen. De paddenstoelen zullen gedurende het jaar een diesel zijn met een lange aanloop en pas in het najaar pieken wanneer de andere soortgroepen reeds verwelken of doodgaan. Toch zullen zodra het blad ontluikt al wel allerlei roesten en branden ontdekt kunnen worden.  

Figuur 2 Verdeling soorten 2022 over soortgroepen

Op naar de 5000!

Om 5000 soorten te halen, moeten we 75% van de ooit gemelde soorten zien in 2022. Onderstaande grafiek toont welk deel van de soorten bij een soortgroep al waargenomen zijn. Vanzelfsprekend is dit percentage bij vlinders, sprinkhanen en libellen nog heel laag. Bij mossen, korstmossen, weekdieren en ook zoogdieren is echter al een groot deel van de buit binnen, maar sinds maart zijn de soortrijke soortgroepen van de insecten bezig met een inhaalslag.   

Figuur 3 geeft weer welk deel van de soorten per soortgroep al gezien is of nog niet gezien is.

Figuur 3 Verdeling soorten 2022 over soortgroepen relatief

Figuur 4 geeft weer welk aantal soorten per soortgroep al gezien is of nog niet gezien is.

Figuur 4 Verdeling soorten 2022 over soortgroepen absoluut

Dit artikel is een tussenstand. Waarnemers hebben enerzijds nog talloze foto’s met mogelijk nieuwe soorten en anderzijds zijn onvermijdelijk niet alle determinaties juist. Kortom de aantallen voor maart gaan de komende tijd nog een beetje schuiven. Zowel omhoog als omlaag. Daarnaast kloppen de tellers bij waarneming.nl niet exact en ontstaan daardoor kleine verschillen.

Foto van de week 13

Kneu – Linaria cannabina (foto: Maurice Riekert)

Op de laatste dag van maart, na ongewoon warme lentedagen, belandden we weer midden in de winter. Maart roert zijn staart! Deze foto van een groep opvliegende Kneuen (Linaria cannabina) in een sneeuwbui illustreert dit prachtig.
Dit familielid van de Vink (Fringillidae) is een in Europa wijdverspreide vogel, die het hele jaar in Nederland te vinden is. Dat zijn niet steeds dezelfde dieren, het zijn deels overwinteraars en deels (door)trekkers. In de lente en zomer, in de broedtijd, zijn de aantallen het grootst. De soort eet alleen zaden van kruiden, zoals vogelmuur, varkensgras, paardenbloem, distel en kaardenbol. Daarnaast eet hij ook zaden van cultuurgewassen zoals koolzaad, mosterdzaad en lijnzaad.
Kneu staat op de Rode lijst van Nederlandse broedvogels. De soort is enorm afgenomen sinds de jaren 70 van de vorige eeuw en de populatie is nu nog maar een kwart van die in de jaren 60. De afname is het grootst in agrarisch cultuurlandschap. Volgens Vogelbescherming Nederland is de oorzaak vooral gelegen in voedselgebrek als gevolg van het gebruik van bestrijdingsmiddelen in de landbouw, veranderende gewasteelt en minder variatie daarin (denk aan de monocultuur van snijmaïs) en het verdwijnen van kruidenrijke bermen en akkerranden. Bovendien verminderde met het verdwijnen van dichte hagen nestplaatsen om te broeden. Mogelijk spelen ook voedseltekorten in de overwinteringsgebieden een rol in de achteruitgang van de soort.

Dit jaar zijn tot en met 31 maart een kleine 17.500 foto’s geplaatst bij waarnemingen in de Gelderse Poort. De ervaring leert dat de meeste waarnemingen worden gedaan in het weekend. Door de week is het aantal per dag veel minder, dat geldt ook voor de geplaatste foto’s, maar door het winterse weer op donderdag 31 maart werden er dat er wel heel erg weinig. Twee om precies te zijn. De foto van de vlucht Kneuen van Maurice Riekert is een van die twee.

Klik op deze link om te zien hoeveel en welke waarnemingen er al zijn gedaan in het 5000-soortenjaar.

Klik op deze link voor een overzicht van alle foto’s van de week.

Foto van de week 12

Trogulus tricarinatus (foto: André Geelhoed)

Deze week aandacht voor twee in Nederland (zeer) zeldzame geleedpotigen, die allebei voornamelijk voorkomen in rivierengebied. Het gaat om Trogulus tricarinatus en Beekpyjamaspin (Singa nitidula).

Het is bepaald niet moeders mooiste, Trogulus tricarinatus, de kaphooiwagen op de foto van de week. Bovendien valt het beestje bijna weg tegen de achtergrond waarop ze is gefotografeerd. Die onopvallendheid is misschien wel de reden dat er volgens de informatie op Waarneming.nl weinig bekend is over de verspreiding in Nederland. Gedacht wordt dat de soort vooral voorkomt in rivierengebied, waar ze leeft onder stenen, in strooisel en onder rottend hout. Dat is ook de omgeving waarin André Geelhoed het beestje heeft gevonden: bij Pannerden en (zo te zien) op rottend hout. De hooiwagen is bijzonder traag. Het komt haar dan ook goed uit dat ze al net zo trage huisjesslakken op het menu heeft staan.
Eerder deze week vond Vincent Sanders in een ander deel van de Gelderse Poort (de Millingerwaard) een zeer zeldzame wielwebspin, namelijk Beekpyjamaspin. Wat een prachtige naam, niet waar? Zie voor de foto’s de waarneming van Vincent van 18 maart. Deze spin komt eveneens vooral voor in rivierengebied, maar heeft een andere leefwijze dan de eerder genoemde soort: ze maakt een web om haar prooien te vangen in de oevervegetatie, zoals in wilgen of riet.

Om een indicatie te geven van de zeldzaamheid van deze geleedpotigen: op Waarneming.nl hebben 36 gebruikers in totaal 64 waarnemingen van Trogulus tricarinatus genoteerd en 22 gebruikers deden 56 waarnemingen van Beekpyjamaspin. De vondst van Trogulus tricarinatus door André Geelhoed is de eerste voor de Gelderse Poort. De eerdere waarnemingen van Beekpyjamaspin zijn in overgrote meerderheid juist uit de Gelderse Poort met verder enkele waarnemingen ten zuiden daarvan in de uiterwaarden van de Maas.

Klik op deze link om te zien hoeveel en welke waarnemingen er al zijn gedaan in het 5000-soortenjaar.

Klik op deze link voor een overzicht van alle foto’s van de week.

Foto van de week 11

Rugstreeppad – Epidalea calamita (foto: Bart Beekers)

Dat het lente wordt, valt niet te missen. Planten beginnen te bloeien, vlinders vliegen rond, amfibieën ontwaken uit hun winterslaap en zijn op weg naar hun paringsgronden. Bruine kikkers (Rana temporaria) bijvoorbeeld hebben al flink hun best gedaan en eiklompen in het water gelegd. Bruine kikkers zijn weliswaar een van de vroegst ontwakende amfibieën en Rugstreeppadden (Epidalea calamita) een van de laatsten, maar ook zij zijn al wakker, zoals te zien is op deze mooie foto vol strepen (sic) van Bart Beekers.
Rugstreeppad, de naam zegt het al, is makkelijk herkenbaar aan de gele streep die midden over de rug loopt. Je vindt dit padje op veel zanderige terreinen. Het is een pionier die snel verschijnt op pas opgespoten terreinen. Met zijn korte pootjes is het een slechte zwemmer, maar een goede graver. Ze overwinteren door zich diep in te graven in het zand. In de Millingerwaard waar veel zandafgravingen zijn, struikel je in de nazomer bijna over de vele, jonge, ongeveer een centimeter grote beestjes. Je ziet dan voornamelijk jonge padjes omdat die overdag actief zijn, hun ouders zijn dat vooral ’s nachts en die kunnen in de paringstijd een flinke keel opzetten. Vrouwtjes leggen eieren in snoeren (kralenkettingen van enkele duizenden eieren) in ondiep water waar de larven zich snel kunnen ontwikkelen en in de zomer het land op kruipen. Het duurt twee à drie jaar voordat de padjes geslachtsrijp zijn. Ze zijn dan circa 3 cm groot.

Afgelopen week zijn wederom heel veel foto’s geplaatst (ruim 1300), waaronder bijzonder mooie die hier helaas geen plaats konden krijgen. Zie bijvoorbeeld de foto van Vincent Sanders van Eikenstuitergalwesp (Cynips longiventris, 12 maart), of die van Wim Langbroek van Piona laminata, een watermijt (12 maart). Verder zijn er zeer bijzondere vondsten gedaan, zoals de al genoemde watermijt. Van de paddenstoelen ontdekte men Rozenzoolspoortje (Pseudomassaria sepincolaeformis) en Schorskogelzwam (Discostroma corticola), en van de korstmossen Geschubd dambordje (Acarospora moenium) en Zachte kalkstippelkorst (Verrucaria hochstetteri), om nog maar te zwijgen over de fotogenieke en bijzondere kevers en andere kleine insecten (te veel om op te noemen).

Klik op deze link om te zien hoeveel en welke waarnemingen er al zijn gedaan in het 5000-soortenjaar.

Klik op deze link voor een overzicht van alle foto’s van de week.

Foto van de week 10

Kleidubbeltandmos – Didymodon fallax (foto: Pieter Korstanje)

Veel lentebloemen beginnen te bloeien. We zagen er al een aantal voorbijkomen in de afgelopen weken, maar nu gaat het toch echt los. Er kwamen deze week bijvoorbeeld veel foto’s bij van Kerspruim (Prunus cerasifera), van Drabasoorten (voorheen allen Vroegeling) en een heel mooie van Gulden sleutelbloem (Primula veris). En wat doe ik dan? Ik kies een foto van een mossoort! Geen bloeiende bloem dus, maar het is een foto van Pieter Korstanje die mij vrolijk stemt, zoals eigenlijk alleen lentebloemen dat kunnen.
Kleidubbeltandmos (Didymodon fallax) is een mos dat houdt van basenrijke klei- en leembodems. Het is daarom niet verrassend dat deze in de Gelderse Poort wordt aangetroffen. Het eerste deel van de naam verwijst daar ook naar. Ik heb geen idee wat ‘dubbeltand’ betekent, maar mooi vind ik de naam zeker.

Deze week zijn wederom heel bijzondere vondsten gedaan, waaronder een superzeldzaam mos, dat we niet kunnen tonen omdat het onder embargo moest komen te staan. En werd bekend dat een eerdere waarneming van een insect wel eens een soort kan zijn die al decennialang niet meer in Nederland is gezien. Het gaat hier om een Wintersteenvlieg (Taeniopteryx spec.), maar welke het precies is, wordt nog onderzocht.
Ga jij ook snel het veld in? Wie weet, vind jij iets heel bijzonders en valt jou eeuwige roem ten deel, of maak je een mooie foto van een ‘gewoon’ diertje of plantje en vind je die dan als foto van de week terug op deze site.

Klik op deze link om te zien hoeveel en welke waarnemingen er al zijn gedaan in het 5000-soortenjaar.

Klik op deze link voor een overzicht van alle foto’s van de week.

Februari: Stilte voor de storm.

Februari behoort samen met November tot een van de minst dynamische maanden van het jaar. Alles wat je in Februari kunt zien, had je ook al in januari kunnen zien. Niettemin waren er in februari toch echte klappers. Wat de te denken van de Gewone Zeehond, die op de terugtocht van Duisburg naar de Noordzee pas bij de spoorbrug in Nijmegen werd opgemerkt. Hij moet kort daarvoor door de Gelderse Poort gezwommen hebben. De eerste golf Kraanvogels kondigde eind februari het voorjaar aan en de zon wint aan kracht waardoor insecten hun schuilplaatsen verlaten.

Aantallen
In januari waren al 1344 soorten gezien. In februari steeg het aantal door naar 1562. Dat is al ruim 31% van het doel van 5000 soorten in de eerste twee wintermaanden. Maar het mag duidelijk zijn, de lente is nodig om weer veel nieuwe soorten te kunnen ontdekken.

Nieuwe soorten voor de Gelderse Poort
In februari werden in totaal 64 soorten gemeld die nog nooit in de Gelderse Poort gemeld waren. De meeste soorten, die nieuw gemeld worden, betreffen kleine beestjes, paddenstoelen, weekdieren, mossen en korstmossen waarbij regelmatig een microscoop nodig is. Een mooi zeer zeldzame en zeer lokale soort, de Late Meidoornspanner zat bij het lampje bij de ingang van het kantoor van SBB in de Groenlanden. Een nieuwe soort als de Huisspringspin werd voor het eerst gemeld, maar is waarschijnlijk geen zeldzaamheid, maar is eerder onopvallend voor de meeste waarnemers. 

Figuur 1. Verdeling nieuwe soorten over soortgroepen.

Verdeling over soortgroepen
De verdeling over de soortgroepen is in februari nauwelijks veranderd. Het is immers nog winter en dezelfde soortgroepen laten zich maar beperkt of helemaal niet zien. Dat in de winter veel naar mossen en korstmossen gekeken wordt, is bekend, maar ook van veel plantensoorten zijn nog exemplaren te vinden.  Naast mossen en korstmossen is de winterperiode ook een goede periode voor het zoeken naar weekdieren en geleedpotigen. Figuur 2 geeft de verdeling weer voor wat gezien is tot en met februari.

Figuur 2. Verdeling soorten over soortgroepen.

Op naar de 5000!
Om in 2022 de 5000 soorten te zien, moeten we 75% van het totaal aantal ooit waargenomen soorten zien. Op 28 februari stond de Bioblitz teller op 1614 soorten. Dit is 32,3% van het einddoel 5000. Figuur 3 laat zien welk deel van de soorten bij een soortgroep al gezien zijn. Vanzelfsprekend is dit percentage bij vlinders, sprinkhanen en libellen heel laag. Bij mossen en korstmossen en ook zoogdieren is echter al een groot deel van de buit binnen.  Tot medio maart zal de aandacht ongeveer hetzelfde blijven. Zodra het voorjaar begin krijgt, zal de focus snel verschuiven en zullen andere soortgroepen zich aandienen.

Figuur 3. Aandeel al gezien per soortgroepen.

Foto van de week 9

Dwergcicade – Idiocerus vicinus? (foto: André Geelhoed)

Het is nog niet 100% zeker, maar als het beestje op de foto echt Idiocerus vicinus blijkt te zijn, dan is dat alweer een bijzondere waarneming in de Gelderse Poort. In Nederland is nog maar van een handvol waarnemingen van deze dwergcicade vastgesteld. Deze soort leeft zowel als larve en imago op hun waardplant.

Deze dwergcicade van de familie Idiocerinae lijkt sterk op een aantal andere familieleden, en is daarom weer eens lastig van foto op naam te brengen. Het kleine spateltje aan het uiteinde van de voelspriet is kenmerkend voor het genus Idiocerinae onder de cicaden. Hier duidelijk zichtbaar, dus de familie is zeker. De soort wordt, naar verluid, vooral verward met I. lituratus, maar die overwintert niet als imago, dat zou wijzen op I. vicinus, want die doet dat wel. Verder is de soort voor het voedsel (waardplant) afhankelijk van Bittere wilg (Salix purpurea), en die komt inderdaad voor in de uiterwaarden van de Gelderse poort (al staat deze nog niet in de 5000-soortenlijst). De overwinterende adulte beestjes kunnen echter op heel diverse plaatsen aangetroffen worden, pas in het vroege voorjaar zoeken ze hun waardplant weer op. Het is dus even afwachten wat de kenners hierover zeggen, maar leuk is de waarneming van André zeker.

Het was verder de week van de terugkerende kraanvogels (ook daarvan zijn mooie foto’s gemaakt), maar bovenal de week van de zeehond die door de Waal en dus de Gelderse Poort is gezwommen. Zijn komst was al aangekondigd nadat hij in Duisburg was gespot, maar dat maakt de waarneming niet minder bijzonder: een zeehond in de Waal! Wat gaat ons dit jaar nog meer brengen? Ik ben benieuwd.

Klik op deze link om te zien hoeveel en welke waarnemingen er al zijn gedaan in het 5000-soortenjaar.

Klik op deze link voor een overzicht van alle foto’s van de week.