Foto van de week 3

Leucochloridium paradoxum op Gewone Barnsteenslak (Succinea putris) – (foto: Vincent Sanders)

Twee ‘vliegen’ in een klap deze keer. Een barnsteenslak (Succinea putris) met zichtbaar daarin een parasitaire platworm (Leucochloridium paradoxum). Op zoek naar informatie over deze mij onbekende worm, ontdekte ik dat de soort een interessante, maar gemene leefwijze heeft. De L. paradoxum blijkt een parasiet van twee diersoorten. De volwassen platworm leeft in de cloaca van vogels (primaire gastheer). Eieren van de worm komen via de uitwerpselen van de vogel terecht op de oevers van zoetwater, waar de uitgekomen, zwemmende larven de in die biotoop levende barnsteenslakken infecteren (intermediaire gastheer). De larven ontwikkelen zich in de slak via ongeslachtelijke voortplanting tot zogenoemde cercariën, die langwerpige organen met gekleurde ringen vormen (sporocysten), waarmee ze een of beide tentakels van de slak volledig vullen. De slak kan de tentakels dan niet meer intrekken. Op de foto is dit proces zichtbaar aan de rechtertentakel. De sporocysten maken pulserende bewegingen in de aangetaste en nu op een rups lijkende tentakel, wat de aandacht van rupsen etende vogels trekt. Als een vogel de tentakel daadwerkelijk opeet, komt de parasiet precies waar hij wil wezen. In de cloaca van de vogel groeit hij vervolgens uit tot een volwassen platworm die eieren legt die de vogel uitpoept, waarmee de cyclus weer van vooraf aan kan beginnen (bron: Wikipedia).

De teller van het aantal waargenomen soorten in de Gelderse Poort staat nu op bijna 1200 (23% van het doelaantal). Zoals verwacht, gaat het nu minder snel dan in de eerste weken. Het is wachten op het ontluiken van de natuur in de lente, maar toch vinden enthousiaste waarnemers nog elke dag nieuwe planten en beestjes voor de lijst. Ook deze week zijn er, naast de foto van de week, bijzondere vondsten gedaan en zijn er mooie foto’s van gemaakt. Zie onder meer de waarneming van de zeer zeldzame Zuidelijke schorsloper (Colodromius bifasciatus) en de foto’s van het mooie Australische composietenroest (Puccinia lagenophorae). Beide op 16 januari gevonden en gefotografeerd door André Geelhoed.

Klik op deze link om te zien hoeveel en welke waarnemingen er al zijn gedaan in het 5000-soortenjaar.

Klik op deze link voor een overzicht van alle foto’s van de week.

De Bever

In 1994 werden de eerste bevers vrijgelaten in de Gelderse Poort. Na een trage start blijkt nu dat dit herintroductieproject bijzonder succesvol is geworden. De bevers uit de Gelderse Poort hebben inmiddels hun soortgenoten bereikt die in de Biesbosch zijn uitgezet.

Dit knaagdier is 70 cm à 100 cm groot (kop en romp) en gemakkelijk te herkennen aan de brede platte staart. Hun favoriete leefgebied zijn rivieren en meren met wilgen en populieren langs de oevers. Met hun beitelvormige snijtanden knagen ze complete bomen om. Dit doen ze om ervan te eten en de bast van takken en twijgen dient als wintervoer. Verder gebruiken ze de takken om er beken mee af te dammen, of om burchten mee te bouwen. Hun houtbehoefte is wel 4.000 kilo per jaar. Zo houden zij de boomgroei in toom, maken ze open plekken waar weer planten en bloemen kunnen groeien en zorgen ze voor een gevarieerde structuur en leeftijdsopbouw van het bos.

In de wintertijd knagen ze meer bomen om en dit is nu goed te zien in de Gelderse Poort langs de Bisonbaai  in de Ooijpolder (zie foto onderaan) en de Millingerwaard. Maar ook in veel andere delen van de Gelderse Poort zie je aan de vers omgeknaagde bomen dat bevers er aan het werk zijn geweest. Ze zijn meestal ‘s nachts actief maar soms ook overdag, dus goed opletten!  

Auteur: Peter Hoppenbrouwers 

Knaagsporen van bever langs de Bisonbaai en links een bever in het water (foto’s: Peter Hoppenbrouwers)

Foto boven: Bevers rusten tijdens hoogwater bovenop hun burcht waardoor ze goed waarneembaar zijn (Thijmen van Heerde)

Foto van de week 2

Bruin dijkschildmos – Xanthoparmelia delisei (foto: Ton en Karin Hermans)

Tot eind vorig jaar waren er 193 korstmossen (inclusief parasieten) waargenomen in de Gelderse Poort. Daarvan zijn er in 2022 al 128 opnieuw gezien, en daarnaast maar liefst 21 nieuwe soorten. De foto van de week belicht een van die nieuwe vondsten, namelijk Bruin dijkschildmos in Meinerswijk.
Bruin dijkschildmos is een zeer zeldzaam korstmos van voornamelijk rivierdijken van basalt of graniet. De soort neemt naar verluid momenteel toe in Nederland en wordt nu ook wel gevonden op oude bakstenen- en natuurstenenmuren en daken. Aangezien we hier ook zulke rivierdijken hebben, zou je verwachten dat dit dijkschildmos er al eens aangetroffen werd. Toch is deze vondst de allereerste (zonder en met foto op Waarneming.nl) voor de Gelderse Poort.
Veel korstmossen zijn op het eerste oog, of van foto’s, lastig op naam te brengen. De samenwerking van algen en schimmels – de symbiose die kenmerkend is voor korstmossen – vraagt vaak om gedetailleerd onderzoek met een sterke loep of de microscoop. Dit geldt zeker voor gelijkende soorten. Bruin dijkschildmos (Xanthoparmelia delisei) bijvoorbeeld is moeilijk te onderscheiden van meerdere andere steenschildmossen, maar vooral van Donkerbruin dijkschildmos (X. pulla). Van de laatste verschilt het door een lichter bruin thallus (kort door de bocht gezegd is dat de plant zelf, ofwel de grondvorm, zonder de voortplantingsorganen) en heeft dit thallus vaker witte vlekjes. Dat lijkt een simpel onderscheid, maar dat is het niet. Het is daarom mooi dat steensoortenexpert Guido Berger de vondst op basis van gedetailleerde, scherpe foto’s van Ton en Karin Hermans kon bevestigen, en er weer een nieuwe soort voor de Gelderse Poort is bijgeschreven.


Klik op deze link om te zien hoeveel en welke waarnemingen er al zijn gedaan in het 5000-soortenjaar.

Klik op deze link voor een overzicht van alle foto’s van de week.

Foto van de week 1

Klein geaderd witje, Pieris napi (foto: Erik van Dijk)

Zo, de kop is eraf, en hoe! Al in de eerste 6 dagen van het nieuwe jaar is 17% van het doel bereikt, er zijn bijna 900 soorten waargenomen. Je zou denken dat er midden in de winter, als de natuur min of meer in rust is, niet zoveel te vinden is, maar jawel hoor. Enthousiaste waarnemers vonden en documenteerden vooral veel soorten planten, korstmossen en mossen, kevers en meer. Er zijn verschillende zeer zeldzame soorten gevonden, met name onder de mossen en korstmossen. De waarneming van Steriele rookkorst (Catillaria fungoides), bijvoorbeeld, is de eerste ooit voor de Gelderse Poort.
Uit de honderden foto’s die in de eerste week zijn geplaatst, kiezen we echter niet voor een super zeldzame soort. De foto van de week is een prachtig beeld van een veel voorkomende dagvlinder, die gewoonlijk rondvliegt in lente, zomer en herfst, maar niet in de winter. Het beeld toont dan ook zijn veel minder vaak waargenomen winterse levensfase. Het is een pop van het Klein geaderd witje (Pieris napi). Erik van Dijk vond deze al op de eerste dag van het jaar, ongetwijfeld tijdens een zoektocht naar korstmossen. Een dag later vond hij er nog een. Wie weet wat we nog allemaal gaan vinden in het veld, verwacht of onverwacht. Succes iedereen!

Door te klikken op de volgende link kun je zien hoeveel en welke waarnemingen er zijn gedaan in het kader van het 5000-soortenjaar.

Door te klikken op de volgende link krijg je een overzicht van alle foto’s van de week.

Tv programma Buitengewoon op visite in de Gelderse Poort

Kijktip!

Vandaag is het 5000 soortenjaar op tv bij Omroep Gelderland. In het televisieprogramma Buitengewoon gaan Thijmen van Heerde en Harm Edens op zoek naar bijzondere fauna in de Gelderse Poort. Het programma is vanavond elk uur te zien vanaf 19:20. Wil je op een ander moment kijken? Klik dan op onderstaande link.

https://www.gld.nl/tv/aflevering/buitengewoon-nieuwjaarspecial/114072

De Gelderse Poort en biodiversiteit: Een nulmeting en perspectief voor het komende jaar

De Gelderse Poort heeft een hoge biodiversiteit. Tot op heden zijn in Waarneming.nl 6.185 soorten ingevoerd. Dit aantal in Waarneming.nl is natuurlijk niet compleet omdat het pas sinds 2005 bestaat. Daarnaast maken niet alle natuurwaarnemers er gebruik van. De werkelijke biodiversiteit zal dus veel hoger liggen. In Waarneming.nl zijn bijvoorbeeld tot op heden slechts ruim 27.000 van de ruim 40.000 Nederlandse soorten ingegeven. Dit zijn natuurlijk wel de meest zichtbare soorten. Bij planten en vogels ontbreekt nagenoeg niets. Bij schimmels zal bijvoorbeeld relatief veel ontbreken. De waargenomen biodiversiteit is dan ook afhankelijk van de mate waarin de verschillende experts het gebied hebben onderzocht, maar wel een afspiegeling van de werkelijke biodiversiteit. In 2022 proberen we zoveel mogelijk soorten te zien en ook experts van allerlei bekende en minder bekende soortgroepen te enthousiasmeren de Gelderse Poort onder de loep te nemen en waarnemingen door te geven via Waarneming.nl.

Veel cultuur en maar één floradistrict

De hoge biodiversiteit in de Gelderse Poort is eigenlijk opmerkelijk omdat sprake is van slechts één floradistrict, het fluviatiele, en dat daarnaast vrijwel het gehele gebied in cultuur gebracht is met polders, akkers, weilanden, kribben, dijken, dorpen en wegen. Bij elk floradistrict horen niet alleen heel veel plantensoorten, maar ook heel veel insecten en paddenstoelen die weer bij die plantensoorten horen. Van een zomereik zijn bijvoorbeeld ruim 130 insecten afhankelijk. Het is overigens niet dat cultuurlandschap geen biodiversiteit heeft. Sommige cultuurelementen zoals kribben verrijken juist de biodiversiteit. In de aan de Gelderse Poort grenzende gemeente Nijmegen is nauwelijks buitengebied en natuur, maar desondanks zijn tot op heden 5.378 soorten waargenomen. Twee floradistricten dat dan weer wel. 

Oorzaken hoge biodiversiteit in de Gelderse Poort

Vijf belangrijke factoren zorgen voor de huidige hoge biodiversiteit in de Gelderse Poort. Ten eerste heeft de Rijn met haar aftakkingen eeuwenlang gezorgd voor een grote diversiteit in typen bodem en reliëf. Ten tweede zorgt de rivier nog steeds voor veel dynamiek, waardoor in delen van het gebied successie van flora keer op keer wordt teruggezet. Ten derde lopen de Rijn en haar zijrivieren door een stroombekken met onder andere de Ardennen, Eiffel, Frankische, Schwäbische en Zwitserse Alpen. Dit zorgt voor een ongekende aanvoer van zaden van de zogenaamde stroomdalplanten. Ten vierde is in 1992 de Rijn met de Donau gekoppeld door de opening van het Main-Donaukanaal. Hierdoor is er een uitwisseling van vissen en aquatische organismen. Tot slot heeft de mens begin jaren 90 besloten om natuurontwikkeling in de uiterwaarden toe te laten in combinatie met grote grazers. Toe te laten, want natuur is niet iets wat je maakt. Natuur is iets dat vanzelf komt. Je kunt hooguit de randvoorwaarden beïnvloeden. Bijvoorbeeld stikstofdepositie of het grondwaterpeil.

Bijzondere biodiversiteit in de Gelderse Poort

Het meest kenmerkend voor de biodiversiteit in de Gelderse Poort is de stroomdalflora in stroomdalgraslanden in combinatie met zacht- en hardhoutooibos. De flora kent soorten als Kruisdistel, Kleine Ruit, Karwijvarkenskervel, Veldsalie, Walstrobremraap, Violette Bremraap, Harige Ratelaar, Beemkroon, Varkenskervel, Spaanse Zuring, Besanjelier, Stijve Steenraket, Brede Ereprijs, Pijpbloem, Riempjes en Ruig Viooltje. 

Verdeling biodiversiteit in de Gelderse Poort

Onderstaande figuur geeft aan hoe de 6.185 tot 2022 in de Gelderse Poort waargenomen soorten per soortgroep zijn opgedeeld. Hierbij is geen onderscheid gemaakt tussen inheemse soorten en incidentele of ontsnapte soorten. De meest soortrijke soortgroep betreft de nachtvlinders met 930 soorten. Planten en kevers zijn met respectievelijk 850 en 833 een goede tweede en derde. De 930 soorten nachtvlinders zijn ruim een derde van alle nachtvlinders die ooit in Nederland gezien zijn. De 641 paddenstoelen betreffen slechts een fractie van de meer dan 11.000 schimmels die in Nederland ooit gezien zijn. De 319 vogelsoorten betreffen iets minder dan de helft van alle in Nederland waargenomen vogelsoorten. De slechts 51 libellen betreffen daarentegen liefst 71% van alle libellen die in Nederland ooit gezien zijn. Ook bij de zoogdieren zijn de roofdieren sterk vertegenwoordigd. Vos, Das, Otter, Steenmarter, Hermelijn, Bunzing, Wezel, Amerikaanse Nerts, Wasbeer, Wasbeerhond en zelfs Wolf, Boommarter en Goudjakhals als zwervers. Eigenlijk ontbreken alleen de Lynx en de Wilde Kat.

Nog meer getallen in de Gelderse poort

De top 3 van meest gemelde soorten bestaat uit 1. Buizerd 23.366, 2. Grote Zilverreiger 21.927 en 3. Blauwe Reiger 21.927. De eerste niet-vogel is de Europese Bever en die staat op plek 104 met 3.080 waarnemingen. 

De top 3 van waarnemers bestaat uit 1. Peter Brouwer met 102.995 waarnemingen, Vincent Sanders met 36.876 waarnemingen en 3. Aart Vink met 31.626. Aart Vink is opmerkelijk want hij woont helemaal in Veenendaal, maar Aart heeft zijn opschrijfboekjes met waarnemingen uit de Gelderse Poort ingevoerd met waarnemingen vanaf 1960.

Hoe realistisch is het enorme aantal van 5000 soorten?

Ikzelf kijk al 25 jaar heel breed en actief naar vrijwel alle soortgroepen en heb in die tijd ruim 5100 soorten bij elkaar gesprokkeld in heel Nederland. Dan lijkt 5000 soorten in een beperkt gebied in slechts één jaar een enorme uitdaging. Maar we zijn nu natuurlijk met tientallen zo niet honderden waarnemers met allerlei expertises. Zonder biodiversiteitsjaren van één waarnemer of een groep waarnemers zijn in de Gelderse Poort toch na augustus 2017 5.000 soorten gezien. Ruim vier jaar waarbij waarnemers vooral de bekende natuurgebieden bezochten en veel minder de dorpskernen of polderbosjes. Dit maakt het doel van 5.000 soorten in een jaar een stuk tastbaarder, ook als in dat jaar extra inzet gepleegd wordt. Kortom op 1 januari gaan we los.

Foto van de week

Bruine korenbout – Libellula fulva (foto: Ria Vogels)

Vanaf de eerste week van januari plaatsen we in deze rubriek elke week een foto. Dat is dan een foto van een waarneming die in de week ervoor is gedaan in de Gelderse poort. Het kan gaan om een unieke of bijzondere waarneming, maar evengoed om een uitzonderlijk mooie foto van een meer alledaags plantje of beestje.

De Bruine korenbout bij deze aankondiging is een libellensoort, die het sinds een aantal jaren goed doet in de Gelderse Poort. Zonder twijfel zullen we die in het komend jaar ook tegenkomen. Het Meertje bij het Wylerbergmeer, gelegen aan de zuidelijke grens van de Gelderse poort, is een van de plaatsen waar deze soort in juni in veelvoud te vinden is. Het is bovendien een uitstekende vindplaats van andere (voorjaars)libellen.

Door te klikken op de volgende link kun je vanaf 1 januari 2022 zien hoeveel en welke waarnemingen er zijn gedaan in het kader van het 5000-soortenjaar.

Door te klikken op de volgende link krijg je een overzicht van alle foto’s van de week.

Soortenjaar op de radio

Koninginnenpage – Papilio machaon (foto: Vincent Sanders)

Vorige week is Vincent Sanders van de organisatie geïnterviewd in het programma ‘Kiek Dor’ van de Omroep Berg en Dal. In het interview is de achterliggende gedachte van het soortenjaar toegelicht en hoe we dit willen bereiken.

Het interview is terug te luisteren op onderstaande website en is uitgezonden op 27 november 2021 en start vanaf minuut 16.

https://www.omroepbergendal.nl/gemist/aflevering/98799-kiek-dor

Weidesprinkhaan

Weidesprinkhaan – Chorthippus dorsatus (foto: Peter Hoppenbrouwers)

In 2018 is een populatie Weidesprinkhaan – Chorthippus dorsatus aangetroffen in de Gelderse Poort en wel in de Klompenwaard, een landtong ingeklemd tussen de Waal en het Pannerdens Kanaal. De zeer zeldzame sprinkhaan had zich sinds 1947 niet meer voortgeplant in Nederland, in de tijd ertussen zijn maar een paar waarnemingen van de soort gemeld uit Overijssel. De soort doet het drie jaar later, in 2021, heel goed en heeft zich verder via de uiterwaarden naar het westen verspreid. De Weidesprinkhaan heeft een heel zacht en kort geluid dat eindigt met een versnelling. Relevante kenmerken om op te letten zijn een vrij recht halsschild en de kleur van de achterknie die ongeveer gelijk is aan de rest van de achterpoot. De sprinkhaan is van eind juli tot en met half oktober te vinden in de uiterwaarden van de Gelderse Poort. Hopelijk duikt de Weidesprinkhaan in het Soortenjaar van de Gelderse Poort in 2022 ook op nieuwe plekken op!

Mannetje Weidesprinkhaan. De foto bovenaan dit bericht laat een vrouwtje zien.

Variatie aan biotopen

(foto: Twan Teunissen)

Ondanks dat de Gelderse Poort vrijwel alleen maar op voedselrijke rivierklei ligt, is het gebied verre van eentonig. Sterker nog, het gebied is zeer afwisselend met een mozaïek van diverse biotopen, zoals bovenstaande foto mooi laat zien. Onderstaande landschapsfoto’s tonen hoe groot de variatie aan biotopen is en geven een inkijkje in de schoonheid van de Gelderse Poort!

(foto: Twan Teunissen). In de meeste jaren hebben we ’s winters overstromingen, waarbij de rivieruiterwaarden deels onder water komen te staan. Als het daarna gaat vriezen, ontstaan er prachtige winterlandschappen. Op bovenstaande foto zien we het bomenmonument in de Millingenwaard. Deze bomen zijn recent opgegraven en zijn maar liefst 8500 jaar oud. Het zijn de oudste bomen van Nederland en de overblijfselen van een hardhoutooibos dat hier vroeger lag.
(foto: Twan Teunissen) Hier zien we een waterplas in de Millingerwaard omringd door ooibossen. Ooi is een oud woord voor “nat” en dat klopt, de ooibossen bestaan uit bomen die een groot deel van het jaar met hun voeten in het water staan. Dit zijn vooral wilgen, maar op de hogere delen komen diverse andere boomsoorten voor. Hier zien we droogvallende oevers, een bijzonder biotoop met vele soorten watervogels als Grote zilverreiger. Later in het jaar raken de oevers begroeid met zeldzame plantensoorten als Slijkgroen, Moerasandijvie, Bruin cypergras, Riviertandzaad en Rijstgras.
(foto: Twan Teunissen) Hier zien we langs de Oude Waal een hoger gelegen graslandvegetatie die jaarrond begraasd wordt door runderen en paarden. Het gebied wordt, net als alle andere gebieden in de Gelderse Poort, nagenoeg niet beheerd. Hierdoor ontstaat een zeer structuurrijk landschap waarbij het bloemrijke grasland afgewisseld wordt door struiken als Eenstijlige meidoorn, Hondsroos en Sleedoorn.
(foto: Twan Teunissen) De rivierstrandjes zijn voor floristen een van de topattracties van de Gelderse Poort. Hier zien we een rivierstrand in de Bemmelse Waard. Het strand is relatief klein en een echt rivierduin is hier nog niet ontwikkeld. Later in het jaar zijn hier de meest spectaculaire soorten te vinden, zoals Riempjes, Welriekende ganzenvoet, Druifkruid en Glansbesnachtschade. Ook de zeer zeldzame Grindwolfspin is hier te vinden, mits je zeer goede ogen hebt.
(foto: Twan Teunissen) Hier zien we de Oude Waal bij laag water. Dit is een walhalla voor watervogels. De wateren zitten vol met voedsel waardoor hier gedurende het hele jaar tientallen vogelsoorten te bewonderen zijn.
(foto: Twan Teunissen) Er zijn ook veel ondiepe wateren aanwezig in de Gelderse Poort. Hier zien we de rijnstrangen bij Aerdt. Deze worden deels door rietmoerassen gedomineerd. In deze moerassen zijn bijzondere vogels te ontdekken, zoals Blauwborst, Baardmannetje, Woudaapje, Roerdomp, Waterral en Grote karekiet.
(foto: Twan Teunissen) Hier zien we het Millingerduin, een rivierduin van maar liefst 10 meter hoog en daarmee het hoogste rivierduin van Nederland! Er zijn hier bijzondere soorten te vinden, zoals Slanke mantelanjer, Veldhondstong en Cipreswolfsmelk. De laatste soort is de waardplant voor de zeer zeldzame Schijnwolfsmelkwespvlinder die hier voorkomt.
(foto: Twan Teunissen) Hier zien we een luchtfoto van een bevergeul in de Gendtse Waard. De twee instulpingen in de oever zijn plekken waar bevers het water in en uit gaan. Bevers zijn zogeheten “ecosystem engineers”, soorten die het landschap vormgeven. Bevers zorgen ervoor dat de wilgen in toom gehouden worden, door van de takken dammen te bouwen. Deze dammen zorgen er vervolgens voor dat het water minder gemakkelijk weg stroomt, waardoor het waterniveau in de geul langer op peil blijft.
(foto: Twan Teunissen) Hier zien we een dijk bij Tolkamer met enkele stroomdalgraslandsoorten. Op de foto zien we Veldsalie, Gewone margriet en Glad walstro. Andere bijzondere soorten die we op dit soort plekken aantreffen zijn Beemdkroon, Grote centaurie en Groot streepzaad.
(foto: Twan Teunissen) Op de oevers van de geulen ontwikkelt zich hoge moerasvegetatie met Moeraskruiskruid, Zwanenbloem en Smalle aster. Zodra deze planten in vrucht staan, komen Putters. Hier zien we een geul bij Gendt.
(foto: Twan Teunissen) Hier zien we een secundair rivierduin. Primaire rivierduinen zijn lager en liggen dichter bij de rivier. Secundaire rivierduinen hebben vaak geen of weinig open zand meer, deze zijn dichtgegroeid met grassen en thuis voor soorten als Knikkende distel, Brede ereprijs en de zeldzame Rode bremraap.
(foto: Twan Teunissen) Geïsoleerde riviergeulen groeien langzaam dicht door Riet en Grote lisdodde. Na verloop van tijd zijn deze volledig verland en komen dan alleen nog onder water te staan bij overstromingen en lange perioden van regen. Deze verlande riviergeulen vormen een uniek biotoop met soorten als Polei (de paarse plant op de voorgrond), Klein vlooienkruid en Fraai duizendguldenkruid. Staan jullie ook te popelen om hier een nachtvlinderval op te zetten?
(foto: Twan Teunissen) Op de hoger gelegen graslanden, zoals hier in de Erlecomse Waard, kan zeer ruige vegetatie ontstaan met Grote brandnetel, Grote klit en Grote kaardenbol. Dit soort ruigtevegetaties zijn erg belangrijk, er valt hier namelijk genoeg te foerageren voor kleine vogels.
(foto: Twan Teunissen) Hier hebben we uitzicht op het Millingerduin. Door de hoogte van 10 meter, krijgt de vegetatatie alleen water door regen. Typerende planten voor dit biotoop zijn Kruisdistel, Zeepkruid, Geoorde zuring en Handjesgras.